Uitgeverij Philip Elchers en het fascinerende tijdsaspect van het boek

Dianne Bakker (fragment uit: 'Verblijf der Gelukzaligen')
Inleiding

Philip Elchers is een non-profit uitgeverij in Groningen en presenteert zich als uitgeverij van bijzondere boeken op het gebied van kunst, cultuurhistorie en literatuur. De afgelopen ruim 25 jaar zijn bijna driehonderd boekuitgaven gerealiseerd. De boeken onderscheiden zich met name doordat tekst en beeld vaak op een oorspronkelijke manier bij elkaar zijn gebracht. Veel aandacht wordt besteedt aan de afwerking, de keuze van het papier, de omslag. Vooral in de kunstenaarsboeken valt veel te ontdekken. Blad voor blad leer je de ideeën, de visie en een deel van het oeuvre van de kunstenaar kennen. Een ervaring voor lichaam en geest. Een uniek kunstobject. Een beleving. Een werk dat een een-op-een relatie schept tussen de kunstenaar en zijn publiek. Een uitgeverij als kunstproject die ook terecht is opgenomen op de lijst van Nederlandse private presses 1910-2014 (bron: Koninklijke Bibliotheek in Den Haag). Deze inventarisatie van Nederlandse private presses bevat de namen die op enig moment in de tijd hebben voldaan of voldoen aan meerdere karakteristieken waarvan enkele elementen deel uitmaken van de identiteit van de private press: een algemeen doel, niet commerciële drijfveren, een eigen drukpers, handpers versus snelpers (of printer, enzovoort), handgemaakt papier, speciale inkt, specifieke tekstkeuze, een kleine oplage, een getrouwe kring verzamelaars, speciale nadruk op bijzondere vormgeving, individualisme van de onderneming versus samenwerking en assistentie. De drijfveer achter deze kleine en unieke uitgeverij is Flip Ekkers. Hij is een vormgever die diep in zijn hart een vrije kunstenaar is met veel liefde voor het ambacht en altijd op zoek naar iets unieks. Ekkers is ook de naamgever van de uitgeverij: Elchers is een verschrijving van zijn achternaam, Philip zijn deftige voornaam. Ekkers studeerde in 1984 bij Academie Minerva af op ‘De beoordeling van kwaliteit’. Voor zijn scriptie produceerde hij twee boeken. Het eerste stuurde hij anoniem rond in de Groninger kunstkring met het verzoek op een A4’tje een beoordeling te schrijven. De verzamelde A4’tjes vormden vervolgens het tweede boek. En zo is het allemaal begonnen. ‘Achteraf bezien mankeerde er van alles aan de opzet van dit project, maar in de speelsheid en creativiteit waarmee ik het indertijd had bedacht en uitgevoerd, herken ik vandaag de dag nog steeds mijn opstelling bij allerlei kunstprojecten en boekproducties.’

Tjibbe Hooghiemstra (fragment uit: 'PoemforEire')
De inspiratie

De grootste inspiratiebron van Ekkers wordt gevormd door een combinatie van de mensen (kunstenaars, auteurs, dichters, wetenschappers, enzovoort) die hij ontmoet en waarmee een samenwerking wordt gecreëerd. Hoe wordt met iemands kwaliteiten een samenwerking tot stand gebracht, waarbij de persoon of groep personen tot een goed werkstuk wordt gebracht? Een werkstuk dat helemaal gebaseerd is op hun eigen kwaliteiten en inbreng, terwijl Ekkers een en ander optimaal gestalte wilt geven om het tot een boekvak te maken. Ekkers licht toe: ‘Ik ambieer geen plek op het podium en voel mij er prima bij om vanuit de coulissen mijn werk te doen. Ondertussen ervaar ik deze inbreng wel als essentieel voor wat ik samen tot stand breng met deze mensen. Wanneer zo'n samenwerking goed is gelukt (een inspirerende samenwerking, een goed en interessant resultaat dat behoort tot het betere werk van de persoon), dan vormt dat weer de bron om een nieuw en avontuurlijk project te ontwikkelen en aan te gaan.’

Welke kunstenaarsboeken spreken Ekkers het meeste aan? Ekkers: ‘Eigenlijk vind ik al die uitgaven interessant en prikkelend, en ja, zelfs inspirerend. Het zijn ook toetsstenen om te zien hoe een ander een creatief boekprobleem naar inhoud of vorm heeft opgelost. Dus niet alleen leuk maar ook bijzonder leerzaam. Naast een creatieve open-mind is er één zaak van essentieel belang in mijn opvatting om tot mooie en interessante producten te komen. Dat is gevoel voor kwaliteit, en eigenlijk zoals ik het zie: gevoel voor verschillende kwaliteiten. Je moet weten wat aardig is of beter, wat voor de hand liggend is of wat doorwrochter, wat makkelijk is of origineel. Ik had laatst een kunstenaar op bezoek voor een uitgave van een boek en ik vroeg hoeveel werkstukken zij in de uitgave wilde presenteren. Zegt zij enthousiast: ‘Ik heb er wel drieduizend!’ Zeg ik: ‘Oh, dan heb je een groot probleem.’ Ze begreep niet dat ik daarmee bedoelde dat ze dus blijkbaar geen rangorde kon aanbrengen in haar eigen werk. Want natuurlijk heeft niemand drieduizend prachtige werken en als je niet weet wat beter of minder is, hoe kun je dan werken aan jouw beste werk?! Het conceptuele werk van Joseph Kosuth en Lawrence Weiner, en andere vertegenwoordigers van de afdeling Language Art heeft Ekkers altijd aangesproken. Indertijd was Kosuth's neon-werk While reading thissentenceitfullfillsitself... de inspiratie voor zijn onderzoeks-kunstwerk-in-boekvorm Youreadthis. Ekkers: ‘Hoewel ik geen kunstenaar ben, heb ik toch een aantal pogingen gedaan om taal-werken te maken en vond dat erg prikkelend.’ Ook het werk van de Nederlandse Hans Waanders spreekt Ekkers erg aan. ‘Maar daar speelt ook weer mee dat ik hem in zijn fysieke conditie aardig kende en een ondersteunende fan van hem was. De verschillende categorieën van kunstwerken-in-boekvorm – kunstenaarsboek, bibliofiele uitgave, grafiekboek, objectboek, verzorgde uitgave – hebben alle mijn interesse en stellen hun eigen spelregels, die ik soms even graag door elkaar hussel als dat ik mij er strenger aan wil houden. Uiteindelijk denk ik dat ik mij meer heb ontwikkeld als producerend kunstboekenmaker dan als consument van het verschijnsel. Niet uit desinteresse,allerminst, maar vanwege tijdgebrek. Lange tijd deed ik Philip Elchers er een beetje bij, naast mijn bureauleiderschap van ontwerpbureau Ekkers& Paauw. En dan neemt het uitrollen van zo'n uitgeverij al veel tijd en kom je te weinig toe aan het beschouwen en bijhouden van wat er allemaal is. Ik hoop dat ik daar de komende periode beter aan toe zal kunnen komen.’


Frans Franssen, 'De eenheid' (bijdrage De Hoge Bomen Collectie)

De schoonheid en de kunst en het tijdsaspect

Schoonheid kent volgens Ekkers vele gestalten en dat is voor hem ook een troostende gedachte: er is geen absolute hiërarchie in schoonheid, er zijn zo veel dingen die hem vervullen met het plezier waarvan hij kan genieten. Vormen van schoonheid binnen de kunst (en boeken) zijn volgens Ekkers al zeer divers. Ekkers: ‘Telkens gelden andere spelregels (simpel gezegd: soms moet je goed kunnen zien wat iets voorstelt en in een ander geval is dat een verdachte kwaliteit), die de meetlat vormen om het gehalte te bepalen. In het oefenen om dat steeds beter vast te stellen en verschillende niveaus te kunnen onderscheiden, vind ik veel plezier. Dit schoonheidsbegrip zal wel in grote mate zijn bepaald door mijn vroegste jeugd en achtergrond. In ons gezin en mijn aanvankelijke culturele omgeving bestonden duidelijke en vaststaande regels over wat mooi en lelijk was, wat kon en niet kon. Heel benauwend en daarmee ook creatief afknellend: zo'n benadering sluit heel veel moois van het leven en de werkelijkheid uit. Ik propageer een grote vrijheid van maken en denken, en ben in wezen altijd op zoek naar andere benaderingen. Maar dat betekent nog niet dat het mij niets zou uitmaken wat minder of meer is, wat beter of minder goed gelukt is. De keuze om veel vrijheid te ervaren in allerlei soorten van schoonheid betekent nog niet dat kwaliteit relatief is voor mij, wel subjectief. De criteria moeten zo helder mogelijk zijn of we moeten er op zijn minst naar zoeken. En dan heb ik het alleen nog maar over kunst, want ken je de schoonheid van een mooie ontmoeting, een prachtige auto, van klassieke muziek of een vochtige avondlucht in de herfst? Ik heb weleens durven beweren dat die wereld van al die mooie en creatieve boeken maar bijzaak voor mij zijn. Dat het vooral misschien wel een middel was om allerlei ontmoetingen en samenwerkingen te kunnen hebben met een bonte schare van allerlei mensen.’

Volgens Ekkers dragen uitgaven, boeken, cassettes allemaal een tijdsaspect in zich. Je leert het werk pas na verloop van tijd kennen. Het gaat daarbij om het verschil tussen bijvoorbeeld een stilstaand, gefixeerd ding aan de muur en een medium dat per definitie zich in de tijd ontvouwt, zoals een boek. De eerste maakt een eeuwig en statisch beeld waarin geen ontwikkeling zit: het is wat je ziet, als je je even omdraait en weer opnieuw kijkt, blijft het hetzelfde. Bij de tweede is er per definitie een ontwikkeling. De eenvoudigste vorm hierbij: een boek begint met iets (omslag), ontwikkelt zich (binnenwerk) en eindigt (je slaat het boek dicht). Dit letterlijke tijdsaspect bij een boek is volgens Ekkers vaak ook een onderdeel van de inhoud van het werk: begin, ontwikkeling, einde. ‘Dat is een buitengewoon intrigerend gegeven waar je veel mee kunt doen, heb ik gemerkt. En is ook nog eens eindeloos in haar mogelijke variaties. Heel fascinerend.’

Irene Verbeek (fragment uit: The revenge)
Philip Elchers als non-profit uitgeverij

Ekkers is eigenaar van uitgeverij Philip Elchers in Groningen. De website van de uitgeverij vermeldt dat Philip Elchers een non-profit uitgeverij van literatuur, beeldende kunst en cultuurhistorie is, die staat voor een ondernemingsgerichte aanpak van publiceren en produceren van boeken. Daarbij initieert de uitgeverij zelf projecten en omarmt die van derden die voldoen aan zakelijke en artistieke criteria. De bij een project te genereren baten (inkomsten uit verkoop en aanvullende fondswerving) vloeien terug in de stichting ten gunste van lopende en nieuwe initiatieven. De uitgever neemt in beginsel zelf initiatief maar wil uitdrukkelijk ook openstaan voor initiatiefnemers van buitenaf. Dat kunnen individuele personen en organisaties, instellingen of bedrijven zijn. De imprint van Philip Elchers vormt een extra podium voor de presentatie van de uitgave aan een groter publiek.

Bij de zakelijke criteria is het van belang dat geïnvesteerd geld uiteindelijk terugverdiend kan worden. Dit criterium geldt vooral voor informatieve boeken. Voor kunstwerken-in-boekvorm is het vooral van belang dat de geïnvesteerde tijd en moeite ‘terugverdiend’ kunnen worden. Ekkers: ‘In de praktijk is het overigens wel aardig verdeeld, want voor informatieve boeken is ook makkelijker geld te genereren. Bij kunstwerken-in-boekvorm is dit een groter probleem, maar daar staat weer vaker een actieve houding van de betrokken kunstenaar garant voor een groot deel van de realisering. Bij beide typen uitgaven speelt de mate van hoe interessant het project is natuurlijk een voorwaardelijke rol. En daarbij is het voor mij meer een kwestie van hoe ik er zelf tegenaan kijk, dan dat ik mij per se laat sturen door commercieel belang of maatschappelijke waardering. Uiteindelijk moeten – althans dat is mijn streven – alle boeken, hoe verschillend van aard en/of onderwerp, voldoen aan het door mijzelf gehanteerde kwaliteitscriterium. Daarbij heb ik ook nog eens regelmatig de brutale pretentie dat ik van modder goud kan maken.’


De kunst van het vormgeven

De uitgaven van Uitgeverij Philip Elchers sluiten aan op een Nederlandse traditie: de kunst van het vormgeven. Als ontwerper heb je volgens Ekkers veel contact met derden, opdrachtgevers, collega's, drukkers, lithografen. Als ontwerper ben je de schakel tussen inhoud en uitwerking; tussen input en output. Maar hoe vind je per project een goede balans tussen deze partijen? Ekkers legt uit: ‘Ik voel mij altijd de baas van het proces en daarin ben ik veel meer dan ontwerper alleen. En die rol past mij ook als een maatpak. De metafoor van ‘regisseur van de film’ maakt dat goed duidelijk. Jij bent het centrale punt dat alle toeleveranciers en medewerkers bij de opdracht brengt en houdt. Jij bent verantwoordelijk voor het overzicht en de uiteindelijk te bereiken kwaliteit van het resultaat. Dat betekent dus dat je met al die verschillende mensen goed moet kunnen samenwerken. Ze moeten het ook fijn vinden om onder mijn leiding aan een product te werken en als de ervaring van het eindresultaat dan al vaker goed of zelfs heel goed uitpakt, dan gaat het steeds makkelijker. Maar evenzo is het mijn ervaring dat het lastig kan zijn om alle medewerkenden goed bij mijn les te houden. Misschien omdat ze een eigen toer willen bouwen die in mijn opvatting niet bijdraagt aan wat ik voor ogen heb. Vaak is dan een milde benadering nodig om toch te komen waar je wilt, omdat het anders heel vervelend kan worden in de samenwerking.’ Daarbij is het belangrijk om als ontwerper onderscheidend te zijn en min of meer ook een herkenbare ontwerpstijl te hebben. Bij Ekkers zit het onderscheid vooral in een zorgvuldigheid in de behandeling van het materiaal, een kwaliteit van typografische keuzes, een consequente toepassing van keuzes in opmaak en beeldbehandeling. Een algemene kwaliteit van het product. Ekkers: ‘Het moet niet één stijltje worden dat makkelijk herkenbaar is. Dat vind ik te beperkt en minder interessant dan steeds nieuwe benaderingen te zoeken. Ook door juist samen te werken met heel verschillende ontwerpende rechterhanden maakt dat makkelijker. Ik kan op een goed moment een beetje genoeg krijgen van maniertjes die telkens ongeveer hetzelfde zijn. Dat vind ik smalgeestig in ontwerpelijke zin en niet passend bij de pretentie die ik wil hebben en waarmaken.’

Een enorme uitdaging is natuurlijk om telkens nieuwe wegen te vinden om uitdrukking te geven aan wat je als ontwerper bezig houdt. Om vorm, kleur en typografie met elkaar te verbinden en te vermengen. Ekkers: ‘Ja, dat is inderdaad in feite de klus. Want de speelruimte is ook wel beperkt als je boeken maakt. Er zijn allemaal spelregels waaraan je je moet houden als je produceerbare boeken wilt maken. Als het gaat om een enkel exemplaar kun je je veel meer verschillende en afwijkende keuzes permitteren. Dat is het gemak van een kunstenaarsboeken makende kunstenaar. Zelfs dat het er een beetje krikkemikkig uitziet, wordt opgevat als een interessante kunstzinnige kwaliteit. En ik moet zeggen dat ik daar als consument ook gevoelig voor ben. Toch heb ik laatst een conventionele catalogus voor kunstenaar Hans Boer gemaakt, waarbij ik zocht naar een kunstenaarsboekachtige boekband. Het binnenwerk hebben we aardig normaal gehouden, maar de boekband heeft door zijn opzet zo’n uitdagende uitstraling dat daarmee meteen een dwingende toon voor de ervaring van de rest wordt gezet. In dat geval is het zoeken naar andere verhoudingen of manieren van het verwerken van beeld, door materiaal te gebruiken wat niet heel gangbaar is en dat door een kleine ingreep een onverwachte uitstraling te geven. Dat zijn vondsten die ontstaan door geen genoegen te nemen met de meest voor de hand liggende oplossing. Door vaste spelregels los te laten en vervolgens spelregels te verzinnen die uitvoerbaar zijn. Dat is een houding en gerichtheid die te rangschikken is onder de term ‘creativiteit’, denk ik. Nog even over de kunstenaarsboekenmakers die zich veel kunnen permitteren. In mijn geval maak ik vooral oplagen, weliswaar regelmatig heel kleine, maar het moet toch het liefste goed in elkaar te zetten zijn. Het mag er handmatig uitzien, maar moet toch een zekere netheid en strakheid vertonen. En omdat ik de dingen bedenk die een ander – de drukker of de boekbinder – moet maken moet het fysiek wel te doen zijn. Vaak hoor ik mijn boekbinder klagen over jonge onervaren grafische ontwerpers die op hun uppie dingen bedenken die gewoon niet goed te doen zijn maar zich daar door gebrek aan ervaring niet bewust van zijn. Ik houd er erg van om ook in dat opzicht professioneel te zijn, overleggen met zo’n boekbinder of hij kan maken wat ik wil of de zaken zo inrichten dat je toch kan bereiken wat je wilt. Maar ook op een financieel slimme manier. Laatst was ik bezig met een 2,70 meter lange leporello (harmonica-vorm) voor een boek voor Toon Tellegen en Geerten Ten Bosch. Zoals we het aanvankelijk benaderden, werd het te duur en moeilijk strak te krijgen. Door de opbouw anders te benaderen, bleek het ineens makkelijker en dus goedkoper te drukken en beter tot een geheel te plakken. Met als resultaat een betaalbaar goed product. Daar kan ik erg van genieten en dat staat dan dus nog helemaal los van het inhoudelijke en visuele resultaat van die uitgave.’

Tjibbe Hooghiemstra (tekening uit luxe editie 'Twelve x 12.00')
Vormgeven als een onderdeel van het uitgeversproces

Daarentegen voelt Ekkers zich meer een uitgever dan een vormgever. Vormgeving is voor hem een belangrijk onderdeel van zijn uitgeversschap, maar het is slechts een onderdeel van een proces dat zo veel meer facetten heeft. In de functie van uitgever voelt hij zich helemaal op zijn plaats. ‘Als creatief organisator van het proces – van een behoefte die er is nog voordat je een idee hebt omtrent het hoe en wat – tot verspreiding van het uiteindelijke product. En dan creatief in brede zin: conceptueel, kunstzinnig, ambachtelijk, sociaal communicatief, zelfs levenskunstig. Uitgever ben je pas wanneer je de volle breedte van het proces kunt en wilt initiëren, ontwikkelen, beheren, en beheersen en je vervolgens terug kunt kijken op een efficiënt verlopen traject met een prachtig resultaat’ (bron: Philip Elchers 25 jaar).

Binnen de kwaliteitseisen van de uitgeverij kan een initiatiefnemer zelf veel inbreng leveren aan de realisatie van een boek, aangepast aan eigen wensen en mogelijkheden. In hoeverre heeft de klant of kunstenaar een zekere vorm van vrijheid? Ekkers: ‘Het is altijd aardig om te beginnen met iemands verhaal en intenties. Dat geeft mij meteen een prettig houvast en ik blijk er ook nog eens aardig goed in te zijn om andermans opvattingen en plannen te optimaliseren en naar een hoger plan te tillen. Het is daarbij de kunst om zodanig te werk te gaan dat de maker uiteindelijk het gevoel en de terechte overtuiging heeft een geweldig project te hebben gerealiseerd. Ik sta daarbij graag in de coulissen en geniet ervan dat de schrijver of kunstenaar schittert op zijn podium. Hoewel ik er nu ook weer geen probleem mee heb om zelf op die plek te staan als dat zo hoort. Klant en/of kunstenaar hebben een grote vrijheid en ik wil ze graag in een goede richting duwen. Maar zonder enige dwang. Het moet ook in de persoon zitten om een mooie prestatie neer te zetten. Als ik zie dat het niet goed genoeg is naar mijn idee, als het niet gaat lukken, dan zeg ik dat ook. En zeker niet op een vervelende, denigrerende manier – dat is voor mij een stukje levenskunst om daar zo mee om te gaan zoals ik zelf behandeld wil worden.’

Irene Verbeek (fragment uit: The revenge)
In ieder geval gaat Ekkers samenwerking met beeldende kunstenaars aan met groot respect voor de inhoud en het eigen handschrift van de opdrachtgever. Dit gebeurt vol inlevingsvermogen en zo ingetogen mogelijk door middel van beeldredactie en typografie. Ekkers: ‘Wanneer een kunstenaar met mij een boek gaat maken, heeft hij of zij op een of andere manier het vermoeden en vertrouwen dat ik iets heb toe te voegen aan de presentatie van het werk. Anders zou men tenslotte wel gewoon naar een drukker kunnen gaan om iets in elkaar te zetten. Dat mijn rol dienend is, staat als een paal boven water. Ik wil het werk zo goed mogelijk re-presenteren. Onzichtbaar aanwezig zijn, daar gaat het om. Als een regisseur die in de coulissen degene op het toneel ondersteunt. Of mijn ingrepen altijd ingetogen zijn of moeten zijn, hangt af van de situatie waarmee je te maken hebt. Zolang ik mij voorhoud dat het werk van de kunstenaar zo optimaal mogelijk moet uitkomen, ben ik op de goede toer. Dit alles bewerend weet ik uit ervaring dat er een grote relativiteit zit aan iedere keuze: het kan altijd ook heel anders en zou ook dan tot een bevredigend resultaat leiden.’

Wanneer is voor Ekkers dan uiteindelijk een traject efficiënt en met een prachtig resultaat? Ekkers: ‘Bij ieder project is het opnieuw de vraag hoe adequaat je het traject af gaat lopen. Ik ben mij daar inmiddels erg van bewust. Doodgewoon omdat je merkt dat dingen sneller en makkelijker kunnen dan het vaak gaat, of het valt tegen dat dit of dat aspect toch weer zo veel tijd moet kosten. De mensen met wie je een boek maakt, zijn vaak niet erg bedreven in het soepel en efficiënt laten verlopen van werkprocessen. Dat geldt zeker voor kunstenaars. En geld is altijd een probleem en met geld de tijd die je aan een project kunt besteden. Dus als er dan al weinig geld is, moet je zo efficiënt mogelijk het proces laten verlopen. Wanneer het traject niet echt efficiënt verloopt en je weer veel te veel tijd hebt verspeeld, wordt dat toch weer aardig gecompenseerd als het resultaat goed is. Het proces waarlangs iets is ontstaan, vergeet je snel genoeg, maar het boekresultaat blijft bestaan. Het is nog mooier als het resultaat heel goed is en als ook nog eens de verschillende aspecten van een boek elkaar versterken en het centrale doel op meerdere manieren wordt ondersteund. Dat is bijvoorbeeld het geval met het boek dat ik in 2012 maakte met Aafke Steenhuis, Winter in Waterland – een schaatshooglied. De tekst beschrijft een schaatstocht van twee geliefden over de sloten boven Amsterdam en ondertussen komen er allerlei mijmeringen langs hoe het vroeger was en nu. Ontroerend, liefdevol, humoristisch, poëtisch, melancholisch – het zit er allemaal in. De tekst is in de goede letter gezet, waarbij mooie quotes groter eruit komen voor lees- en beeldvariatie, het papier is mooi sneeuwkoel, de tekeningen in kleur en zwart-wit zijn met een vrolijke flair geplaatst en er zijn mooie pauzemomenten in de doorlopende tekst. Het formaat van het boek is intiem en ruimtelijk, net als de teksttoon en het winterlandschap waarin het zich afspeelt. De overwegende steunkleur is een prettig blauw, niet te bleek en kil, maar ook niet te fel en overdreven. De boekband is van een subtiel glinsterend papier met een structuurtje – het lijkt wel bekleed met een dun laagje ijs. De omslagtekening verraadt niet dat er ook veel kleur in het boekje zit en heeft een zwart-wit schildering van een paar dat samen en apart lijkt te schaatsen. Er zijn vast nog meer dingen te noemen, maar je ziet dat alles gewoon klopt en elkaar op een harmonische manier aanvult en versterkt.’


Karel ten Haaf/Huug Pleysier (fragmenten uit: 'Zonder piemel') 

Kunstboeken, bibliofiele edities en boeken als kunstwerk

Bij de boekuitgaven over beeldende kunst geldt dat er grofweg twee categorieën zijn: boeken die over kunst gaan en boeken die een kunstwerk zijn (objectboeken en kunstenaarsboeken). Een tweesporenbeleid, dat het mogelijk maakt om de uitgeverij goed voort te zetten. Ekkers:‘Vergelijkbaar met een literaire uitgeverij die graag een interessant poëziefonds wil voeren, maar zich dat alleen kan permitteren wanneer er voldoende wordt verdiend met boeken die winst opleveren. En vanuit een niet-bibliofiel perspectief denk ik dat de conventionele boeken uit mijn fonds toch absoluut behoren tot in meerdere opzichten goed gemaakte en smaakvol vormgegeven uitgaven. Maar dat noem je inderdaad geen kunstenaarsboeken, kunstwerken-in-boekvorm en bibliofiele edities’ (bron: Philip Elchers 25 jaar).

Prachtige voorbeelden van boeken die over kunst gaan zijn: hetGroningerTinboek, GroningaDominiumuit 2006 (geschiedenis van de cartografie van de provincie Groningen en omliggende gebieden van 1545-1900), de uitgave over NicolausGoldmann (2005), de Ploeg Monografieën vanaf 2006 (Jan Jordens, Wobbe Alkema en Jan Altink), Ooit gebouwd voor altijd (40 jaar Stichting Oude Groninger Kerken) en de Catalogus Librije Zutphen (serie van vier boekjes over de bibliotheek van de Librije van de Walburgiskerk in Zutphen, vanaf 2010). Belangrijk daarbij is de vraag: hoe maken we de inhoud verleidelijk? Hoe kan (populair-)wetenschappelijke kennis toegankelijk en aantrekkelijk worden gepresenteerd? Volgens Ekkers is in ieder geval vormgeving en inhoud altijd gelijkwaardig. ‘Zonder inhoud is er geen vorm. Een lege huls is nonsens. Een informatief kunstboek dat de tekst gewoon prima leesbaar maakt, is voldoende om er kennis van te nemen. Maar misschien is er ook het nodige plezier te beleven aan een kunstproduct waarbij een mooie tekst in een mooie vorm wordt gepresenteerd. Het is niet meer maar ook niet minder dan dat’ (uit: Contrabas 2013). Ekkers legt verder uit: ‘Het is altijd voor mij een uitdaging om minder toegankelijke zaken beter aan te laten komen bij de doelgroep. En alleen al die gerichtheid doet wonderen. Dan wordt je gevoelig op aspecten van aantrekkelijkheid van het product bij voorbaat (een mooi en verleidelijk boekwerk), een talige toegankelijkheid (een prikkelende en nieuwsgierigmakende tekst, die begrijpelijk is een prettig leest), een goede verhouding tussen tekst en beeld (een aantrekkelijke balans tussen foto’s of illustraties en de tekst) en een goed typografisch ontwerp en layout (dat er aantrekkelijk, open en esthetisch uitziet). Ik denk dat ik veel goede voorbeelden in mijn fonds heb die aan deze criteria voldoen.’


Maria van Daalen/F.M. Hutchison (omslag en fragment uit: 'Onder het mes '1987)
Er is ook een duidelijk onderscheid tussen bibliofiele edities en kunstenaarsboeken. Een bibliofiele uitgave is strikt gezien geen kunstenaarsboek. Een boek is een kunstenaarsboek wanneer het is gemaakt door een of meerdere kunstenaars die als enige(n) eventueel in samenwerking met een ontwerper/vormgever de verantwoordelijkheid draagt/dragen voor zowel de inhoud als de vorm van het boek. Onder 'bibliofiele uitgaven' wordt daarentegen meestal verstaan: boeken of kleinere drukwerken die met zorg en in een beperkte, soms per exemplaar genummerde oplage worden uitgegeven. Vaak komt daar een drukker aan te pas die een typografische opleiding heeft gehad en eventueel over een handpers beschikt. De boeken worden geacht zich te onderscheiden door hun schoonheid en de aandacht waarmee de tekst verzorgd en gedrukt wordt. Een dergelijke oplage is meestal niet groter dan enkele tientallen, hoogstens 100 tot 250 exemplaren. De schrale Nederlandse mentaliteit heeft Ekkers er niet van weerhouden bibliofiele kostbaarheden te produceren. In een interview in 1997 met dagblad Trouw zegt Ekkers: ‘Wij willen dingen maken die anderen niet maken. Bij ons krijgt, in tegenstelling tot bij de reguliere uitgevers, de vorm tenminste evenveel aandacht als de inhoud. In het ideale geval vallen beide samen. Zo maakten we van Petrus Hoosemans' vertaling van Baudelaire's Amoenitates Belgicae een luxe editie die het laag-bij-de-grondse van de spotdichten zelf weerspiegelde. Het werd een prachtig, maar een beetje viezig boek. Opzettelijk kitscherig in palingleer gebonden’. Van deze vertaling van Baudelaire verscheen ook een 'reguliere' editie - voor zover je daar bij Philip Elchers van zou kunnen spreken. De Amoenitates Belgicae vonden ook hun weg in een deeltje van de zogeheten Micro-reeks. Gebonden boekjes van een paar vierkante centimeter. ‘De Micro-reeks ontstond op de dag dat ik boekbinder Wim Gremmen tegenkwam’, vertelt Ekkers. ‘Hij had allemaal zelfgemaakte miniatuurboekjes in zijn zakken verstopt zitten. Prachtig. Er was maar één ding op aan te merken: ze waren leeg. Toen heb ik hem voorgesteld auteurs en beeldend kunstenaars te zoeken om een serie van die boekjes te maken. Gremmen stemde toe. Jean-Pierre Rawie's Sonnetten verschenen toen al snel als eerste deeltje’ (uit: Trouw 1997).

Aernout Mik (bijdrage: De Hoge Bomen Collectie)
Irene Verbeek, 'Que reste t'il de nos amours' stond op een
bakelieten 78-toeren grammofoonplaat uit 1937
met tekst en muziek van Charles Trenet
(bijdrage :De Hoge Bomen Collectie)
De Hoge Bomen Collectie en het kunstenaarsboek

In 1983 kwamen Ekkers en de Groninger kunstenaars Frank Hutchison en Holly Moors bij elkaar om de mogelijkheden te bekijken voor een bijzondere kunstenaarsuitgave. Ze kenden elkaar vanuit verschillende hoeken. Volgens Ekkers leek het een aardig trio van verschillende mensen om een initiatief mee op te zetten, maar de wens om iets tot stand te brengen was groter dan de logica van deze specifieke samenwerking. Hoe plezierig dit ook kan verlopen, het betekent altijd concessies doen, je moet het toch steeds eens worden. Op een goed moment leek het Ekkers aantrekkelijk helemaal zelf de baas te zijn over het proces. Dat was het begin van de Uitgeverij Philip Elchers. Alles kon dan zelf bepaald en gekozen worden. Ekkers: ‘Ik had wel altijd een assistent die mij hielp bij de praktische zaken, maar was verder autonoom.’ Al met al is er toch een prachtig project tot stand gekomen met de titel de Hoge Bomen Collectie. Een serieel project op basis van abonnementen, in een oplage van tweehonderd exemplaren. Kunstenaars werden uitgenodigd om ‘iets te doen’ met een van tevoren vastgesteld format: een vel papier op A3 formaat, in vier slagen gevouwen tot een object van 11 x 8 cm en voorzien van een wikkel, zodat het in een kleine envelop aan intekenaars kon worden toegezonden. De eerste afleveringen in de serie hadden minimal art-achtig karakter. Jaap de Ruig verborg in blauw papier een rode haarlok (van zijn vriendin, zo weten insiders) en noemde zijn bijdrage ´Ik deel haar met jou´. AntoniTalamini zijn bijdrage was een stukje spiegel en noemde zijn werk ´zelfportret´. Andere meewerkende kunstenaars waren onder andere Aernout Mik, Albert van der Weide, Mirjam Veldhuis, Irene Verbeek en Paul Panhuysen. Het project werd afgesloten met een speciaal boekje waarin alle 25 bijdragen werden afgebeeld en met een uitgave van een speciale doos met de complete serie, in een oplage van vijfentwintig exemplaren en in 1989 uitgegeven door Philip Elchers (bron: Moorsmagazine.nl van Holly Moors).


Flip Ekkers/F.M. Hutchison (Omslag en fragment uit: 'Schema's')
Een allereerste uitgave uit de categorie kunstenaarsboek is de driedimensionale uitgave Kuil uit 1986 van Frank Hutchison. Een kolossaal boek met de titel en auteur op de boekband. Sla je het boek open, dan zie je… een kuil. Ruig uit het boekblok gekapt met een stanleymes en beschilderd in bruingroen acryl. Een ander voorbeeld is het objectboek Een brug bouwen van Sytse van der Zee uit 1986. Een uitgave in een oplage van tien die bij het openslaan een brug is van stokjes en touwtjes. Ekkers en Hutchison maakten in 1986 in een oplage van vijftien exemplaren Schema's'. Hun eerste, 'echte' boek, dat als een kunstenaarsboek kan worden beschouwd. Ekkers ontwierp de letter, omslag en binnenwerk – compleet met transparante vellen – en Hutchison maakte de litho's en de tekst. ‘Het ontstaan van het boek Schema’s is voortgekomen uit de behoefte om enkele opmerkingen te maken over aspecten van het proces dat doorgaans voorafgaat aan het maken van een schilderij. Ik besef dat ik mij hiermee op dun ijs begeef. Ik heb echter geenszins naar volledigheid of algemeen geldigheid gestreefd, en ben mij bewust van de beperktheid en subjectiviteit van deze constellatie van verbeelde uitlatingen. De beeldelementen die ik gekozen heb voor de litho’s zijn nogal cliché, maar door ze nu in een andere context te verwerken, verandert hun betekenis’ (F.M. Hutchison, augustus 1985).

Andere kunstenaarsboeken uitgegeven door Philip Elchers zijn:

        De Hoge Bomen Collectie(oplage 200/25 gen./ges. 1984-85)
        Cahier Collectie (Kunstwerkjes-in-boekvorm van 25 kunstenaars, oplage 100 gen./ges. 1989-92)
        Els ter Horst, In 1992 Toen De Wereld Nog Onaf Was En Versleten… (oplage 125 gen./ges. 1991)
        Karel ten Haaf/Huug Pleysier, Zonder piemel (oplage 175/10 gen./ges. 1992)
        Tjibbe Hooghiemstra, PoemforEire (oplage 250/75 gen./ges. 1992)
        13 Werken in Cahiervorm (Academie Minerva Groningen, oplage 35 gen./ges. 1993)
        Irene Verbeek, The Revenge (oplage 15 gen./ges. 1994)
        Irene Verbeek, Abraza (oplage 125 1995)
        14 Cahiers (veertienkunstenaarsboekjes van eindexamenstudenten, Gerrit Rietveld Academie Amsterdam, oplage 29 gen./ges. 1997)
        Martin Tissing, Schriftje (oplage 350/100 gen./ges. 2001)
        Irene Verbeek, ...Opdat ik niet meer heten zal Julien de Vignal (2002)
        Tjibbe Hooghiemstra, Twelve x 12.00 (oplage 500/12 gen./ges. 2003)
        Euf Lindeboom, Killyourdarlings.Nooit! (oplage 250 gen./ges. 2004)
        Herman Verbeek/Irene Verbeek, Oostum op aarde (oplage 500/25 gen./ges. 2005)
        Annelies Allewijnse, Bloeitakjes (oplage 475/25 gen./ges. 2006)
        Janet Meester, Tabularasa: observaties (oplage 150/12 gen./ges. 2010)
        Dianne Bakker, Verblijf der Gelukzaligen (oplage 12 gen./ges. 2011)
        Dianne Bakker, Dag lief (oplage 10 gen./ges. 2013)
        Matty de Vries, Vol van jou (oplage 10 gen./ges. 2012)
        Annelies Allewijnse, Innig (oplage 200/25 2013)

De complete verzameling van uitgaven van Philip Elchers ligt op drie plaatsen in Nederland: bij Museum Meermanno in Den Haag, bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en bij de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek in Groningen.




Tjibbe Hooghiemstra (omslag en fragmenten: 'PoemforEire')

Kunstenaarboeken van Tjibbe Hooghiemstra, Martin Tissing en Dianne Bakker

De beleving van het landschap en de gedachte aan de eenzame gestalte in de onmenselijke ruimte duikt op in de iconografie van de Friese schilder Tjibbe Hooghiemstra. Hij trok keer op keer naar Ierland, waar de verlatenheid van de ruige natuur hem tot een nieuwe beeldtaal inspireerde. Zo ontstond in 1992 Hooghiemstra’s boek PoemforEire, dat door Elchers werd uitgegeven als ‘een gedicht in beelden’: de neerslag van een verhaal over de verdrinkingsdood van een Ierse vissersjongen (bron: De kleur van Friesland). Met afwisseling van foto’s en abstracte tekeningen wordt het verhaal verteld. In het jubileumboek Philip Elchers 25 jaar wordt de aanpak voor het boek uiteengezet: ‘De hele vormgeving en uitvoering van het boek staat in dienst van de boodschap die het wil uitdragen: zoals het materiaal van de stofomslag, de handschriftelijke typografie van Hooghiemstra in combinatie van het stemmige lettertype dat is gebruikt, de kleur van het boekbandlinnen, het gebruik van carboleum bij het in reliëf gedrukte vormpje van de boot van de vissers en ga zo maar verder.’

Tjibbe Hooghiemstra (fragment uit: 'Twelve x 12.00')
In het najaar van 1999 had hij de beschikking over een huis in County Kerry, de uiterste zuidwesthoek van Ierland. In het boek Twelve x 12.00 doet Hooghiemstra met foto’s en tekeningen verslag van de wisselende gesteldheid van een eiland in de oceaan pal tegenover zijn huis. Twaalf dagen achtereen, om precies 12.00 uur fotografeerde hij hetzelfde uitzicht in zwart-wit en in kleur. Daarnaast verwerkte hij zijn observaties in tekeningen. De intentie was om de tekeningen een metaforische dialoog te laten aangaan met de gefotografeerde beelden van het eiland. De boekvorm bleek een ideaal middel om het tijdsverloop van dit project te archiveren. De foto’s en tekeningen in Twelve x 12.00 worden voorafgegaan door een gedicht uit de bundel Torn awake van de Amerikaanse dichter Forrest Gander, met daarnaast een Nederlandse vertaling door Maria van Daalen.



Martin Tissing (omslag en fragment uit: 'Schriftje')

Martin Tissing kwam op zekere dag zelf met het idee: een uitgave met door hem geschreven aforisme-achtige tekstjes over kunst, het kunstenaarschap en door hem bewonderde collega’s, gecombineerd met tekeningen uit zijn vele schetsboeken. ‘Ik maak al jaren allerlei schetsjes en voorstudies in van die lege boekjes en schriftjes. Eigenlijk geeft het een heel aardige inkijk hoe latere schilderijen van mij zijn ontstaan’ (bron: Philip Elchers 25 jaar). Dit verwonderlijk schriftje uit 2001, door Tissing zelf gekalligrafeerd, vertoont de kwintessens van zijn onderwijs van de abstracte schilderkunst aan de Academie te Groningen, een ontroerende geloofsbelijdenis, schijnbaar naïef, die door de Latijnse uitdrukking ‘Poetanascitur non fit’ begint. Elke dubbele pagina reproduceert een werk van Martin Tissing, met een raad, een verklaring of een zinspreuk. Het lijkt wel een origineel, echt, uniek schetsboekje van Tissing.





Irene Verbeek (omslag en fragmenten uit: The revenge)
Irene Verbeek is schilder en graficus. Haar grafisch werk vond vooral erkenning in haar boeken. De toenmalige directeur van het Groninger Museum Frans Haks wijdde in 1979 een expositie aan haar eerste kunstenaarsboek Mensen Dieren Dingen. Dit boek was ook aanleiding om de Frankenthaler cilinderpers, waarop illegaal in 1944 Het Parool was gedrukt bij de firma Jesse, aan haar over te dragen, omdat zij in de traditie van Hendrik Nicolaas Werkman vernieuwingen in de grafische kunst had weten door te voeren. Deze pers wordt nog steeds door haar gebruikt. Verbeek benoemt haar werk als 'het vastleggen van het tijdloze in de werkelijkheid'. Zij experimenteert daarbij met afstemming tussen vormentaal, klanktaal en woordentaal in vele en verschillende technieken (bron: Oerka.nl). Onder de boeken die bij Philip Elchers onder de naam ABC-reeks verschenen, is de uitgave The revenge een exponent van Verbeeks kunnen. De teksten van Greetje Tromp liet zij een prominente rol spelen. Maar tegelijk zijn deze ondergeschikt gemaakt aan het beeldende verhaal dat Verbeek met composities van oude hoogdruklettervormen wist te scheppen. Het getuigt van een opnieuw geformuleerde, oude traditie die zij in dit boek tot leven brengt (uit: Philip Elchers 25 jaar).

Dianne Bakker (fragment uit: 'Verblijf der Gelukzaligen')
Dianne Bakker (fragment uit: 'Verblijf der Gelukzaligen')

























Met name het werk van de Groninger kunstenares Dianne Bakker spreekt Ekkers heel erg aan, omdat zij beeld en taal een erg mooi verbond aan laat gaan. Volgens Ekkers komt dit doordat zij niet alleen kunstenaar is, maar daarnaast een grote interesse heeft voor filosofische denkbeelden, de klassieke denkers, gevoelig is voor de belangrijke dichters en zelf ook nog eens in staat is teksten te maken die interessant en mooi zijn. ‘Dat alles combineert zij in haar werk op een telkens prikkelende manier. Soms is de taal eenvoudig, soms ingewikkelder, maar altijd betekenisvol. En zelfs wanneer de taal geheel in zijn feitelijke hoedanigheid ontbreekt in het werk dat zij maakt, is er toch sprake van beweringen die worden gesuggereerd of vermoed. Haar beeldtaal is absoluut niet conventioneel, terwijl ze gek genoeg heel veel gebruik maakt van bestaande beelden uit oud drukwerk, boeken, tijdschriften. Maar zij zet deze elementen geheel naar haar eigen hand en sfeer, neemt bezit van ze en maakt ze ondergeschikt aan haar eigen werkstukken. Zij heeft een soort van slordigheid in de uitvoering van haar werk die ook erg bevrijdend werkt: op een bepaalde manier plakt en knipt ze van alles op elkaar, tekent wat, drukt eroverheen, combineert met ongebruikelijke materialen, en het overtuigt in de uitvoering. Zij kan zich dat permitteren en dat vind ik sterk. En tegelijk leent het werk zich er ook voor om op een verzorgde manier te presenteren.’ Volgens Ekkers is haar werk bijna nooit echt gezellig. ‘Echt luchtig is de sfeer zelden, maar dat is prima. De ernst die het uitstraalt, doet recht aan hoe het leven is, hoe de dingen zijn. Ontroering en troost, dat roept het werk ook op. Misschien is dat uiteindelijk wel het mooiste compliment dat je over werk kan maken. Dat overruled zelfs de mooie artistieke kwaliteit ervan.’ Bakker kende Ekkers van haar bijdragen aan de grafiekboekjes van De Zeven Noordelijke Grafici. Naast zes anderen, waaronder Siemen Dijkstra, Willem Kolvoort en Bert de Boer, deed zij ook mee als kunstenaar. ‘Op een goed moment nam zij het initiatief om te vragen of ik met haar een uitgave wilde maken/laten verschijnen bij Philip Elchers. Dat was Verblijf der gelukzaligen. Een prachtig werk, waar mijn rol werkelijk buitengewoon klein was. Een mysterieus werk dat intrigeert en overtuigt zonder dat alle onderdelen helemaal te begrijpen zijn. Een consistent werk dat een sterk geheel vormt in inhoud, vorm, uitvoering en taal. Bakker kan het allemaal zelf en maakt de mooiste dingen.’Ekkers vindt haar zelfs een groot en interessant talent die in haar sfeer weinig concurrentie heeft.Ekkers vervolgt: ‘Ik heb weleens gekscherend over Dianne Bakker gezegd dat ik verliefd op haar was. En dat bedoel ik dan op haar als kunstenaar. Ik voel mij dan zo vervuld door haar artistieke kracht en aanwezigheid dat ik erg mijn best wil doen om anderen te overtuigen van hoe interessant zij is als kunstenaar.Ik weet niet of Dianne Bakker echt dé exponent is van zo'n samenwerking die ik met regelmaat heb met kunstenaars. Daar is zij misschien ook weer te ongrijpbaar voor. Zij gaat uiteindelijk toch haar eigen weg en weet die ook te vinden. Ik optimaliseer wat, duw wat, spreek wat moed in en toon mij een oprechte fan.’

Op 17 mei 2014 zal bij Philip Elchers een nogal onconventioneel kunstenaarsboek over het beeldend werk van Bakker verschijnen. Elf kunstwerken-in-boekvorm zullen in deze persoonlijke papieren bibliotheek worden gepresenteerd. Aan de basis van de onorthodoxe vormgeving van het werk staat haar gerichtheid op literaire en filosofische teksten. Deze inhouden combineert zij met eigen grafische beelden.


Het digitale tijdperk en het functie van het boek

Volgens Ekkers krijgt het boek in het digitale tijdperk een andere functie doordat het boek in zijn conventionele vorm zal blijven bestaan en daarmee waarschijnlijk een steeds opvallender kunstvoorwerp wordt.‘Onder invloed van de verdere digitalisering – waar wij als uitgevers ook graag gebruik van maken – wordt het fysieke papieren boek steeds bijzonderder voor een bepaalde categorie mensen. Juist de wat oudere generatie wil naast het handige e-book of de tablet toch ook regelmatig een ‘echt’ boek in handen houden.’ Buitengewoon prettig en comfortabel is het feit dat voor het kennisnemen van tekst de digitale dragers steeds meer terrein zullen veroveren. Het papieren boek zal in kleinere getale worden geproduceerd en zal vaker juist een elegantere en aantrekkelijker presentatievorm zijn in esthetische zin, boeken zoals Philip Elchers ze maakt. Het bibliofiele boek is met zijn aantrekkelijke ambachtelijke vorm opvallend genoeg steeds in ontwikkeling geweest. Er zijn door de eeuwen heen ontzettend veel kunstzinnige en aantrekkelijk uitgevoerde boeken gemaakt, en dat gebeurt nog steeds. Dus is het nog niet afgelopen met dit genre producten naar het schijnt. Ekkers: ‘En mocht het op een goed moment wel afgelopen zijn, dan is dat toch ook maar gewoon zo: het boek, en ook het bibliofiele boek, is nooit een doel op zich geweest, maar het gevolg van ’s mensen creatieve geest om functionele (…) vormen te vinden voor het uitdragen van allerlei gedachtegoed’ (bron: De Contrabas 2013).

Martin Tissing (fragment uit: 'Schriftje')
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...